Banner

  | Scheiding der machten |

Macht

Om te voorkomen dat er te veel macht in de handen van één persoon (of orgaan) valt, heeft men besloten bepaalde machten te scheiden. Als een persoon voor de ene macht werkt, dan mag hij geen bevoegdheden krijgen in de andere gebieden.

Er zijn drie machten:

De opdeling in deze drie machten noemt men ook wel eens de horizontale scheiding. Een verticale scheiding is dan weer het situeren van een bepaalde macht (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) op een bepaald niveau (gemeenten, provincies, regio's, federaal, Europa...).

Wetgevende macht

Deze macht bestaat uit de parlementen (Federaal parlement, gewestparlementen, gemeenschapsparlementen) en raden (provincieraden, gemeenteraden, districtsraden). De bevolking kiest deze personen via verkiezingen. Soms stemt de bevolking rechtstreeks een wet, bijvoorbeeld via een referendum, maar in België wordt dit niet toegepast (alleen een gemeente of provincie kan dit inrichten).

Het is de taak van dit orgaan om wetten te stemmen. Als een meerderheid zich voor een bepaalde wet toont, wordt deze aangenomen. Het zijn meestal personen uit het parlement/raad (wetsvoorstel), maar ook ministers (wetsontwerp) die wetten schrijven en laten stemmen.

Omdat het complex is om een (goede) wet te schrijven, buigt een kleine groep parlementariërs/raadsleden zich over bepaalde wetsvoorstellen. Deze commissies zijn gegroepeerd per thema (bijvoorbeeld de Commissie Welzijn, de Commissie Justitie...), ook op gemeentelijk niveau vinden we zo'n commissies terug (Jeugd, Leefmilieu, Sport). In die commissies wordt de bevoegde minister/schepen ondervraagd en wordt er gepraat over wetten, wetsvoorstellen, onderzoeken, actuele berichten die met het thema te maken hebben...

Hiernaast moet dit orgaan meestal de uitvoerende macht benoemen (of goedkeuren of voordragen), bijvoorbeeld de burgemeester, de schepenen, de ministers, de deputatie... Als zij eenmaal benoemd zijn, dan ondervraagt de wetgevende macht deze personen over hun uitvoerende macht (hun beleid).

Uitvoerende macht

Als een wet gestemd is, moet deze uitgevoerd worden. Er moet geld voorzien worden, er moeten bepaalde agentschappen opgericht worden, er moeten personen benoemd worden (overheidsbedrijven/ambtenaren), er moeten bepaalde zaken aangekocht worden (voor politie, leger, huisvesting...). Sommige wetten moeten concreet ingevuld worden. Zo staan bijvoorbeeld de verkeersborden niet in de wet, maar wel in een Koninklijk Besluit, gemaakt door de regering. Om dit te doen, moet een bepaald beleid gekozen worden; ligt het accent vooral op veiligheid, economie of milieu? Wat wilt men bereiken? Welke doelen streeft men na? Aan welke projecten geeft men geld?

Dit orgaan kan bestaan uit ministers (Federale regering, Gewestregering, Gemeenschapsregering), schepenen, gedeputeerden, districtsschepenen... en wordt meestal benoemd door de wetgevende macht.

In België kunnen we de uitvoerende macht niet zelf kiezen. Het zijn de politieke partijen (partijvoorzitters) die dit doen op basis van de verkiezingsuitslag voor de wetgevende macht. Soms kiest een andere persoon de ministers (bv. de Koning), maar dan moet de keuze bekrachtigd worden door het parlement.

Na de verkiezingen voor de wetgevende macht, hebben bepaalde partijen gewonnen. Zij zoeken dan een meerderheid in de wetgevende macht en schuiven bepaalde personen naar voor die dan minister, gedeputeerde, schepen... worden.

Vaak zijn dit personen die een goede score behaalden tijdens de verkiezingen. Eerst zitten ze in het wetgevend orgaan (parlement/raad), maar daarna worden ze benoemd tot minister... Eens ze dit zijn, nemen ze ontslag uit de wetgevende macht en worden ze opgevolgd door iemand anders. Dit is niet op alle niveaus zo (niet bij de gemeenten, provincies...).

Toch is het strikt genomen niet altijd nodig om verkozen te zijn om in de uitvoerende macht te geraken (afhankelijk van het niveau). Zo is Kris Peeters (CD&V) de eerste keer minister geworden zonder aan de verkiezingen te hebben deelgenomen. De CD&V had hem voorgedragen als minister en de meerderheid binnen de wetgevende macht heeft dit goedgekeurd. Later heeft hij echter wél deelgenomen aan de verkiezingen. Een recenter voorbeeld is Vlaams minister Ingrid Lieten (Sp.a) zij heeft niet deelgenomen aan de Vlaamse verkiezingen in 2009 en toch is ze minister geworden. Ook zij heeft wel deelgenomen aan de federale verkiezingen in 2010 (ze is echter wel gewoon Vlaams minister gebleven en neemt haar zitje op federaal niveau niet op).

Rechterlijke macht

Als iemand de wet overtreedt, dan moet hij gestraft worden. Hier treden rechters, rechtbanken en de magistratuur in werking.

In ons land worden zij voorgedragen door de Hoge Raad voor de Justitie en benoemd door de Koning. De Koning is een combinatie van de uitvoerende en wetgevende macht. Zo zie je dat de verschillende machten toch met elkaar verweven zijn, maar men moet vermijden dat één persoon veel macht krijgt.

De rechterlijke macht is niet belangrijk voor deze website, er wordt niet dieper op ingegaan.

Update pagina: 4 augustus 2011

Log in   |   Belgische politiek - Belgische staatsstructuur   |   info@bpol.be

www.bpol.be


www.bpol.be